Longkanker is wereldwijd een veelvoorkomende doodsoorzaak bij vrouwen en mannen. Vóór de jaren dertig was het relatief zeldzaam, maar het werd steeds gebruikelijker naarmate roken populairder werd. Naarmate het bewustzijn over de gevaren van roken groeit, begint het aantal longkankers te dalen, maar het is nog steeds een van de meest verspreide soorten kanker. Het komt het meest voor bij mensen ouder dan 65 jaar, die vaak ook andere medische aandoeningen hebben. Roken is een van de belangrijkste oorzaken, maar ook bij mensen die niet roken en nooit gerookt hebben, wordt longkanker vastgesteld.
Vergeleken met veel andere soorten kanker is de prognose van bronchogeen carcinoom over het algemeen niet zo goed. Het is een van de dodelijkste vormen van kanker. Dit type kanker is vaak al in een vergevorderd stadium wanneer de diagnose wordt gesteld, en gevorderde longkanker is moeilijk succesvol te behandelen. Een derde van degenen bij wie de diagnose longkanker is gesteld, zal nog minstens een jaar leven, en elke tiende persoon bij wie de diagnose longkanker is gesteld, zal nog minstens vijf jaar leven. De prognose van elk individueel bronchogeen carcinoom hangt af van het stadium van de kanker:** hoeveel gevorderd de kanker is tegen de tijd dat de diagnose wordt gesteld.
Longkanker kent twee soorten:** kleincellige en niet-kleincellige kanker. De meeste longkanker is niet-kleincellige longkanker. De verschillende typen worden geclassificeerd op basis van hoe de tumorcellen verschijnen. Kleincellige en niet-kleincellige longkanker verspreidt zich op verschillende manieren en hun behandelingen zijn ook verschillend.
Statistieken zijn nooit helemaal accuraat, en de beste persoon om te vragen naar de prognose van bronchogene carcinomen is de eigen arts. Zelfs artsen kunnen niet altijd precies voorspellen hoe de kanker zich zal ontwikkelen. Wat de prognose van het bronchogene carcinoom voor ieder individu is, hangt ook af van het type kanker:** of het nu om kleincellige of niet-kleincellige kanker gaat.
Het roken van sigaretten is de belangrijkste oorzaak van longkanker. Andere oorzaken zijn blootstelling aan asbest (bijvoorbeeld op het werk) of andere giftige materialen. Sommige longziekten verhogen het risico op het ontwikkelen van longkanker.
De overgrote meerderheid (ongeveer 90%) van de gevallen houdt verband met het roken van tabak. Het risico neemt toe naarmate u meer rookt en hoe langer u blijft roken. Degenen die de meeste sigaretten per dag roken en het langst roken, lopen het grootste risico op het ontwikkelen van longkanker. Het roken van tabak is een grotere oorzaak van longkanker dan het roken van sigaren of pijpen, hoewel deze ook het risico vergroten.
Er zitten meer dan 4000 chemische verbindingen in tabaksrook en veel daarvan zijn kankerverwekkend. Als iemand besluit te stoppen met roken, wordt het risico op het ontwikkelen van longkanker in de loop van de tijd kleiner naarmate het aantal niet-rokenjaren toeneemt. Passief roken draagt ook bij aan het risico op longkanker.